De draadloze microfoon gebruiken

  1. Plaats de batterijen in de draadloze microfoon.

    Voor meer informatie, zie "Over het vervangen van de batterijen in de draadloze microfoon" in Draadloze microfoon.

  2. Schakel de luidspreker en draadloze microfoon in.

    De groene (aan/uit) aanduiding op de draadloze microfoon wijzigt van knipperen naar branden, wat aangeeft dat de luidspreker en draadloze microfoon zijn verbonden.

    Wanneer het batterijvermogen van de draadloze microfoon laag is, gaat de (aan/uit) aanduiding op de draadloze microfoon oranje branden.

  3. Druk op de +/– (volume) toetsen op de draadloze microfoon om het geluidsvolume aan te passen.
  4. Praat of zing in de aangesloten draadloze microfoon.

    U kunt de volgende handelingen ook uitvoeren met KEY CONTROL of ECHO op de luidspreker.

    Toetsregeling

    U kunt de toonsooort van het nummer dat u wilt zingen veranderen.

    Druk op KEY CONTROL (mol)/(kruis) op de luidspreker om de toonsoort aan te passen aan het bereik van uw stem.

    Mic echo

    U kunt een echo-effect aan uw stem toevoegen wanneer u in de microfoon zingt.

    Druk herhaaldelijk op ECHO op de luidspreker om het echo-effect aan te passen.

Opmerking

  • Bij gebruik van de Party Connect-functie of Stereo Pair-functie wordt het geluid van de draadloze microfoon alleen weergegeven door de luidspreker waarop de draadloze microfoon is aangesloten.

  • Als u de draadloze microfoon dicht bij de luidspreker houdt, kan dit akoestische feedback veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, kan, afhankelijk van het geluidsvolume van de luidspreker, de luidspreker worden uitgeschakeld vanwege de productbeschermingsfunctie. Koppel in dat geval het netsnoer los, wacht een poosje, plaats het netsnoer terug en zet de luidspreker opnieuw aan.

  • Wanneer de draadloze microfoon is aangesloten op de luidspreker, wordt de functie Autom. standby uitgeschakeld.